Snakken naar water
24 april 2025
Vraagtekens trekken rimpels op mijn voorhoofd. Zouden weidevogels een soort inschatting maken wanneer het tijd is om een nest te maken en eieren te leggen? Niet verstandelijk dan, maar biologisch, instinctief? En hebben veel kieviten dan ‘besloten’ om er nog maar niet aan te beginnen? De afgelopen winter was zacht en gaf ze weinig reden om weg te trekken. De lage temperaturen in maart vormen normaal gesproken geen probleem voor kieviten om te gaan broeden. De eerste berichten over tellingen van broedende kieviten hebben het over lagere aantallen dan vorig jaar. Ik weet niet of dat overal zo is en we hebben geen waarnemingsnetwerk over heel Nederland, want dan zouden we misschien horen waar die andere kieviten rondhangen. Het ligt voor de hand dat het uitblijven van neerslag van betekenis sinds begin maart een oorzaak is, dat we minder kieviten zien broeden. En ook de grutto’s en tureluurs die in de broedgebieden zijn aangekomen, maken wat minder haast. Ook daar vermoed ik uitstel. Een droge toplaag maakt dat de wormen dieper zitten, waardoor de vogels moeite hebben om in een goede conditie te komen voor het produceren van eieren. Dus wellicht zeggen de voortplantingsorganen dan vanzelf ‘nee’. En grutto’s leven zo’n 15 jaar, ze hebben biologisch gezien de tijd om ook eens een jaar over te slaan als de omstandigheden er niet naar zijn.
Waar het nu op aan komt is zoveel mogelijk water waar het maar kan. Niet meer wachten op voorspelde buien, want die willen nog wel eens uitblijven. Gebruik overal die pompen om de plasdrassen en hoogwatersloten goed nat te houden en zet waar mogelijk nog een tandje bij. Heb je nog meer greppels of perceellaagtes die je nat kunt zetten, aarzel niet, want je creëert er snel een portie bereikbaar voedsel mee. Ga nog een keer met de trekkerpomp naar achteren en zet plassen op een weiland. Bij plasdrassen doe je wat extra als je de waterstand bewust varieert: een paar dagen hoger opzetten en dan weer laten zakken. Dan maak je de buitenrand slikkiger en groter en dat is vooral ook van grote waarde voor de eerste kievitkuikens die straks rondlopen. Ook voor die kleintjes wordt het in droge omstandigheden moeilijker om aan voedsel te komen. Een combinatie van plasdrassen met slikkige randen, goed doorwaadbaar soortenrijk en kruidenrijk gras en percelen met beweiding door koeien of schapen helpt ze aan veiligheid en voedsel.
Als de vogels later gaan broeden hebben we dus ook later veel kuikens rondlopen in weilanden met lang gras. Daar wordt de spanning tussen maaien en beschermen niet kleiner van. Afijn, elk jaar heeft zijn uitdagingen. Daar spelen we dan ook maar weer op in.
We spreken elkaar,
Aanmelden
