Veel wormen, op een presenteerblaadje
28 februari 2020
Wat een moesson is er op ons neergedaald! Weilanden staan blank en je kunt alleen maar afwachten. Ondertussen zijn de eerste grutto’s terug uit het zuiden, terwijl andere nog dagelijks 150 gram rijst verzamelen op velden in Portugal en Spanje. Na duizenden kilometers terugvliegen worden ze hier beloond met sappige regenwormen. De zachte winter en natte bodem zorgen voor lekker veel wormen hoog in de bodem, die ze met hun lange snavel vlot tevoorschijn trekken.
Net als wulpen en scholeksters zijn de grutto’s in het vroege voorjaar aangewezen op regenwormen. Zo’n 160 tot 180 gram versgewicht aan wormen hebben de gruttovrouwtjes dagelijks nodig om goede eieren te produceren. Emelten lusten ze ook, daar eten ze er later in de broedperiode steeds meer van.
Dus: als je als veehouder aardig bent voor wormen, ben je aardig voor grutto’s en andere weidevogels, die op hun beurt weer zorgen dat je van je emelten afkomt. Het meeste grasland heeft wel de minimaal benodigde 60 gram versgewicht aan wormen per m2 te bieden, wat volgens geleerden minimaal noodzakelijk is om aan de wormenbehoefte van weidevogels te voldoen. Klei-op-veengrond is het best: daar zit wel 100 tot 150 gram per m2.
Genoeg wormen èn bereikbare wormen, dus graag hoog in een bodem waar ze met de snavel goed in kunnen, daar draait het om. Het aardige is nu dat je wormen kunt serveren door te spelen met water en bemesting. Wormen leven van organisch materiaal. En als ze honger hebben, zitten ze hoog. Door ruige mest zo laat mogelijk in het voorjaar te verspreiden, hou je ze het langst hoog. Ruige mest bevordert rode regenwormen en die zijn voedzamer en zitten hoger. Gebruik je spaarzame ruige mest daarom vooral op percelen waar al weidevogels komen en het liefst op de wat latere, nattere percelen.
We hebben nu meer dan genoeg vocht maar later in het seizoen komen vochtige plekken de bereikbaarheid van wormen ten goede. Met kleine plaatselijke maatregelen doe je veel: een enkele afgedamde sloot met hoger waterpeil of een dichtgezette greppel zorgen voor nattigheid en overgangen van nat naar droog en die zijn het populairst om te foerageren. Net als plas-dras percelen en percelen met hoog waterpeil in reservaten zorgen die stukken voor wat extra voedselaanbod in april, mei en juni.
Met gevleugelde groet,
Praktische tips deze maand:
- Rijdt ruige mest uit nabij percelen met kruidenrijk grasland of plas/dras en liefst vanaf het moment dat de meeste grutto’s, die zich opmaken voor de eileg terug zijn in Nederland, zo rond half maart. Voor meer informatie, zie het rapport Wormen en Vliegjesland
- Creëer zoveel mogelijk overgangen van nat naar droog door bijvoorbeeld water op te pompen op een perceel of in een greppel.
- Hoeveel wormen heb je in de bovengrond? In een kluit van 20×20 cm zouden er minimaal 10 moeten zitten. Omgerekend is dat 240 wormen per m2, die 0,25 gram per stuk wegen: samen het minimum van 60 gram per m2. Goede percelen hebben er dubbel zoveel!
Eens per maand vertel ik, Weidevogelman, over de weidevogels. In het broedseizoen wordt dat twee keer per maand. Meld je nu gelijk aan als je op de hoogte wil blijven. Fijn als je deze mail doorstuurt naar iedereen met een warm hart voor weidevogels!
Samen krijgen we veel snavels dezelfde kant op!