Even terugkijken om van opgedane ervaringen te leren. Excuseer mij, ik kan me best voorstellen dat je daar geen zin in hebt, het was in de meeste regio’s een weidevogelseizoen om snel te vergeten. Toch, om het met voetbaltrainer Foppe de Haan te zeggen: van een verloren wedstrijd leer je nog het meest… Bedenk dat je het succes van beheer niet aan één uitzonderlijk jaar moet afmeten.
Die nattigheid waar het seizoen mee begon, bijvoorbeeld. Je zag kieviten neerstrijken en broeden op plekken waar ze normaal niet zaten. Met meer dan gemiddelde nattigheid zijn dat dus plekken waar ze graag broeden. Wellicht kun je die plekken met aanpassingen blijvend geschikter maken voor de kievit?
Met die blik kun je samen met je vrijwilligers en coördinatoren naar de cijfers van tellingen kijken. Waar zaten de vogels, waar gingen ze heen met de kuikens en wat zegt dat over je weidevogelwerk? Als het extreem droge seizoen iets liet zien, dan was het wel dat de natte plekken bij hoge sloten en plas-dras greppels en percelen enorm waardevol waren. De grutto’s gingen soms pal naast een plas-dras stuk broeden, terwijl ze er normaal verder vandaan gaan zitten.
Water, water, water is hèt kernwoord. Daarmee is nog zoveel winst te behalen. Een greppel plas-dras is een simpele en dankbare maatregel zonder nadelen. Wat er voor mij ook uitspringt zijn de hoogwatersloten. Populair bij kieviten en tureluurs en om één of andere reden minder bezocht door roofvogels (een hekel aan natte voeten, misschien?). Slobeenden profiteren mee. Die komen in hoogwatersloten goed in conditie en hun kuikens kunnen er vervolgens heerlijk in dobberen en slobberen.
Kijk ook in je gebied even rond met de vraag waar predatoren zich ophouden. Wellicht kun je er preventief iets aan doen, door hakhout terug te snoeien en sterk begroeide oevers te maaien, om maar wat te noemen.
Het najaar is de geschikte tijd om plannen te maken, te overleggen en ook om greppels te verbreden, een dammetje te leggen of zelfs stuwen te zetten voor een hoogwatersloot. Gewoon lekker doen, zou ik zeggen. Zoek zo mogelijk ook verbindingen, door goede weidevogelstukken aan elkaar te koppelen en daarvoor collega’s over de streep te trekken. Samen leggen we meer gewicht in de schaal!
Met gevleugelde groet,
Tips:
Praat met je weidevogelcoördinator, je vrijwilligers en buren over wat er goed ging en wat beter kan. Zet je dat voor jezelf of samen om in een lijstje met vier tot zes verbeterpunten, dan heb je een motiverend verbeterplan!
Kijk vooral voor plekken met veel vogels of waar je voor het eerst vogels zag, of daar het beheer kan worden verbeterd. Bijvoorbeeld met aangepaste bemesting, de (voor)beweiding, het maaibeleid, of de rust?
Denk na over middelen om in het voorjaar water vast te houden en pas daar desnoods in de winter het waterpeil al op aan.
Zorg met slimme maatregelen voor meer biodiversiteit op je bedrijf. Getest in de praktijk door collega-melkveehouders die net als jij ook gewoon lekker willen boeren.